De groei

Op de afbeelding ((c) Epworth Old Rectory; The Public Catalogue Foundation) zien we jonge John Wesley met zijn vader en moeder.

John hield van Jezus, en dat had hij thuis geleerd. Daar waar zijn moeder Suzanne de geestelijke leiding had van het huisgezin. Zij maakte het huis tot gebedshuis en predikte daar voor ieder die wilde komen. En ze werd er op aangesproken door de kerkelijk leider Inman, met het verwijt dat er in haar huis “clandestiene” samenkomsten waren. Haar reactie naar Inman was eenvoudig: “Denkt niet na dit alles dat u de gemeenschap kan opheffen, en zeg me niet dat dit uw verlangen is, want dat zal mijn geweten niet toelaten. Stuur me maar een positieve opdracht, in zulke duidelijke en sterke taal dat het mijn geweten sust en me vrijpleit van alle schuld, als ik nalaat om van deze gelegenheid gebruik te maken om het goede te doen, voor die dag dat jij en ik voor onze Heer Jezus verschijnen.” Het bleef stil. Wat een wijsheid, wat een leiderschap, wat een door de Heilige Geest gedreven vrouw!

In het begin van de 18e eeuw was John Wesley met enige andere theologisch opgeleide mannen actief om het evangelie te delen, op iedere plek waar mensen langs kwamen, op pleinen en waar het maar kon. Er kwamen veel ongelovigen luisteren, arm en rijk, intelligent en eenvoudig. De broeders dachten na hoe ze deze mensen het best konden helpen om in Jezus te gaan geloven, en om hen daarna te leren te groeien in geloof. Daar had Jezus toe opgeroepen in Matt.28. Daar was hun hart en hoofd op gericht, en dat begon vrucht te dragen. 

Wesley liet de nieuw gelovigen samenkomen in gemengde groepen van mannen en vrouwen. Een groep werd een class genoemd, een soort kring, maar dan gericht om discipelen te maken en te laten groeien, om vervolgens anderen daar weer in te kunnen helpen. Ieder in de class die iets verder op weg was met Jezus kreeg de opdracht om de ander te helpen met Jezus te leren leven; mannen en vrouwen. Geestelijke vaders en moeders hielpen de ander om de Bijbel te verstaan en toe te passen. Men leerde bidden, men leerde om naar elkaar om te zien, en de groepen kregen instructies mee, methoden, om te zorgen dat ieder scherp bleef.  

Daarnaast organiseerde Wesley kleine groepen van alleen mannen of alleen vrouwen, dezen werden bands genoemd. Daar beleed men aan elkaar alle zonden en moeiten; moedigde men elkaar aan om niets tussen God en hen in te laten staan, en beleefde men intensieve geestelijke momenten van overwinning en lofprijzing. Van deze momenten zei iemand “één uur in de band is kostbaarder dan honderd uren in een kerkdienst”.

En de Heilige Geest ging verder en stak een vuur aan. Tijdens gebedssamenkomsten was God krachtig aanwezig en sprak. Men begon het overwinningsleven in Jezus te ervaren en de verhoringen op het gebed moedigde de mensen aan. “Spontaan” ontstonden op veel plaatsen gebedsgroepen. Wesley en de broeders werden stil van het feit dat de meesten van deze gebedsgroepen door vrouwen werden opgezet. Maar wie moest ze leiden?

Bewust van de Heilige Geest

Paul Wesley Chilcot schreef dat door het gebed van een vrouw tijdens een samenkomst, John Wesley bewust werd van wat hij miste. Hij schreef in zijn dagboek van 17 september 1764: “Het vuur verspreidde zich, tot een zuster me toestemming vroeg te bidden. Dergelijk gebed had ik nog nooit gehoord, volkomen en authentiek; vreemd en zonder vorm, alles dat werd genoemd was als een vlam van vuur. Ieder woord raakte mijn hart, en ik zag dat ook bij anderen. Maanden lang vond ik dat niet meer. Wat was het goed daar te zijn

John Wesley had nooit een keus gemaakt om te kiezen voor vrouwen in de bediening, maar toen de Heilige Geest een vuur aanstak begon zijn worsteling. God gehoorzamen of kerkelijk traditionalisme? De uitleg van Bijbelteksten, dat alle vrouwen moeten zwijgen, had John Wesley klakkeloos overgenomen uit de kerktraditie. Hij ging zijn Bijbel opnieuw lezen vanuit het feit dat hij de Heilige Geest zag werken door vrouwen. Hij stond voor de keuze om menselijke voorkeuren te laten bestaan of aanvaarden wat er echt in de Bijbel staat. Jezus die zegt dat de Zoon leven geeft aan wie Hij wil (Joh.5:21). Paulus die zegt dat Hij zich ontfermt over wie Hij wil, (Rom.9:18) en verhardt wie Hij wil, Doch dit alles werkt één en dezelfde Geest, die een ieder in het bijzonder toedeelt, gelijk Hij wil. (1Kor.12:11). Teksten uit het OT zoals “Daarna zal het geschieden, dat Ik mijn Geest zal uitstorten op al wat leeft, en uw zonen en uw dochters zullen profeteren” (Joël 2:28). De tekst die Petrus op de Nieuw Testamentishe gemeente toepaste. 

John Wesley had zo hard gewerkt en zich zo sterk gericht op bekering en levensheiliging. Hij besefte niet dat de levende kerk daar wel begint, maar dat Jezus Zijn gemeente pas kan bouwen als de Heilige Geest aan het werk gaat. De Heilige Geest is de belofte voor de gelovigen waar Jezus zo vaak op had gewezen, maar wat John Wesley simpelweg niet had willen of kunnen lezen. Waar begint de gemeente? Daar waar “Ik mijn Geest zal uitstorten op al wat leeft, en uw zonen en uw dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen; uw jongelingen zullen gezichten zien.” (Hand.2:18/Joël 2:28).  Plotseling werd Wesley zich bewust dat Filippus de evangelist uit Hand 21:9 vier dochters had die profetessen waren. Zwegen deze vrouwen? Profeten zijn mensen die namens God anderen vertellen wat Zijn wil is, God laat zich door hen kennen. Wesley vroeg zich af wat dan het verschil is tussen profeteren en prediken? Als de Heilige Geest spreekt, dan spreekt de vrouw toch niet, of dan leert de vrouw toch niet. Wilde hij verantwoordelijk zijn om de Heilige Geest in de weg te staan, Die zich liet kennen door vrouwen?

Verlegen met de zegen

Het begon als een drang om verantwoordelijkheid te nemen om mensen bekend te maken met het evangelie van Jezus, opdat mensen niet verloren gaan. Maar John Wesley moest nog een paar stappen verder gaan. Hij had meer dan dertig jaar nodig om de kerkelijke traditie los te laten. 

De Heilige Geest ging aan het werk waardoor er voor John Wesley en de overige broeders een logistieke uitdaging ontstond. Hoe konden een paar broeders helpen om de groei van de grote groepen gelovigen te helpen dicht bij het hart van God te blijven, om het vuur niet te doven in mannen en vrouwen? Wesley stond voor een nieuwe uitdaging. Zeker toen hij zag dat onder de bediening van vrouwen verloren zielen tot geloof kwamen. En zeker toen hij beschaamd werd toen hij zag hoe vrouwen de weg van het Kruis gingen zoals hij nog niet had gedaan, zoals Sarah Peters. John Wesley had niet voor vrouwen gekozen, God zelf deed dat.

Sarah Peters was een vrouw die zei: “De Geest heeft me gevuld en ik kan niet meer stilzetten, ik moet onderweg zijn, kan geen dag of nacht rusten, niet totdat ik zielen bijeen kan brengen voor God”. Onvermoeibaar zocht ze de meest verachtten uit de samenleving op. Ze ging naar de meest smerige plekken die je je voor kunt stellen. 

Toen Silas Told de mogelijkheid zag om kleine “diensten” te organiseren in de New Gate gevangenis in Londen, was Sarah erbij. De mogelijkheid ontstond om gevangenen te kunnen bezoeken, en Sarah ontdekte haar geestelijke mentorschap. Onvermoeibaar zocht ze hen op om hen te vertellen van Jezus, om hen te vermanen, om met hen te bidden. Zo bracht de Heilige Geest de gevangenen tot dat punt dat ze smachtten naar redding en Sarah hen tot Jezus kon leiden. Er staat beschreven hoe enige gevangenen die zij opzocht geëxecuteerd werden, en zij erbij was om de aan haar toevertrouwde zielen bij te staan. “De veroordeelde John Lancaster was aan de beurt en zag Sarah. Hij liep naar haar toe en gaf haar een kus en zei: ‘Ik ga naar het paradijs vandaag, en ook jij zal daar binnenkort zijn’.”

John Lancaster was veroordeeld tot de dood, maar gered tot leven in eeuwigheid. Het bijzondere was dat John Lancaster door de Heilige Geest profeteerde, want twee weken later overleed Sarah aan de gevolgen van tyfus, opgelopen in de gevangenis, in haar gedrevenheid om zielen te redden. 

Hoe nu verder?

John Wesley hield van Jezus en dacht alles te hebben gegeven aan Jezus, maar hield de kerkelijke traditie lang vast. Hij had er meer dan dertig jaar voor nodig om te leren zien dat de Heilige Geest iedereen gebruikt die Hij wil. Hij moest het leren zien door vrouwen die meer gaven dan hij nog had kunnen geven. Vrouwen die hun leven lieten leiden door de Heilige Geest om anderen te kunnen laten leven in de nabijheid van God. Hoe durfde hij deze gelovige vrouwen nog enig zwijgen op te leggen.

Hij kreeg een nieuwe uitdaging. Hoe kon hij de gemeenschap helpen om de Bijbel opnieuw te lezen, maar nu met de beloofde Heilige Geest voor ogen, de Geest die verder gaat dan waar de Bijbel begint, de Geest die meer vraagt dan wij kunnen geven. 

____________

Naslag:
John Wesley’s Class Meeting: a model for making disciples; 1997, D. Micheal Henderson
John Wesley and the women preachers of early methodism; 1991,Paul Wesley Chilcote
CategoryMan&Vrouw, Vrouwen
Plaats een reactie:

*

Jouw e-mailadres wordt niet getoond!

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

© 2022 Baptistengemeente Ichthus Alphen a/d Rijn