
Deze blog is anders.
Ik neem je mee naar de tijd voor de opwekking van Wales van 1904/05, mee naar de indrukwekkende geschiedenis van gebroken vrouwen die door Jezus werden verheven boven…? Vul het zelf in na het lezen.
De eerdere opwekking in Engeland waar John Wesley bij betrokken was, was een opstap naar de opwekkingen in Wales waar Johannes de Heer zo door geraakt was. De opwekking die ons confronteert met de geestelijk armoede van kerkelijk traditionalisme – tegenover de rijkdom van de inwoning en werking van de Heilige Geest.
De opwekking van Wales is als een tweede pinksterdag zoals de eerste christenen uit Handelingen deze meemaakte. De opwekking in Wales bevestigt wat de Bijbel leert in 1Kor.12, dat Gods Heilige Geest gaven toekent aan wie Hij wil, en dat Hij mannen en vrouwen inzet voor alle taken die bij de gemeente van Jezus horen.
Voor deze blog heb ik het verhaal vertaald dat gaat over Pamela Morgan (Mother Stepherd). Jezus confronteert ons, door haar leven en dat van haar dochter Kate, met het feit dat de kerk het enorm mis heeft als ze geestelijk volwassen vrouwen achterstelt aan de man, en vrouwen het zwijgen oplegt. Deze geschiedenis, en meer daarvan, is terug te lezen in het indrukwekkende boeken over de opwekking van Wales “Carriers of the Fire” (Dragers van het Vuur) door Karen Lowe, en in “Woman of the Valleys, the story of Mother Shepherd” door Charles Preece.
Bij het lezen komen bij mij twee vragen op:
- Waarom komen zo weinig zondaren tot geloof in onze kerken/gemeeenten? Is dat niet omdat we de Heilige Geest aan banden hebben gelegd met ons kerkelijk traditionalisme en ons tevreden zijn met ons eigen geestelijk leven?
- Is de ervaring bij veel evangelische songs of traditionele liederen niet slechts om onszelf een goed gevoel te geven? Mogen we dat opwekking noemen, of…?
Lees de volgende geschiedenis en laat je overtuigen door de Heilige Geest.
Pamela
Pamela Morgan, later bekend als Mother Shepherd, is geboren in 1836. Haar verhaal is nauw verbonden met het begin van het Leger des Heils. Het gezin waar ze uitkwam werd gedwongen om te verhuizen van Wales naar Londen, ze was toen nog een jong meisje. Haar vader was betrokken geweest bij arbeidersprotest waardoor hij zijn baan verloor bij Cambrian Iron Works in Maesteg.
Zijn dromen waren weg, in Londen gleed hij weg in alcoholisme en verliet uiteindelijk zijn vrouw Margaret. Zij moest de kost verdienen met wassen. Zijn dochter Pamela werd ook alcoholiste nadat ze getrouwd was met Bill Shepherd. Hij zat de meeste tijd in de gevangenis en liet haar met drie dochters uiteindelijk in de steek. Als verlaten vrouw was ze volkomen berooid, in een slechtere positie dan een weduwe, ze kreeg zelfs geen hulp van de armenzorg (Poor Law guardians). Op dat punt besloot ze zichzelf en haar drie dochters te doden. Ze nam de zware strijkijzers van haar moeder, waarmee ze hen in leven had gehouden, deed ze in haar kleren en ging naar de plek van het kanaal waar “men zelfmoord pleegde”. Ze wist dat ze op weg was naar “de dag des oordeels, vanwege moord en zelfmoord”. Gekweld liep ze naar het kanaal waar uit het duister plotseling haar naam werd geroepen – het was de stem van Mrs. Evans, een oude vriendin van haar moeder. Mrs. Evans vertelde Pamela dat ze de hele dag aan haar had moeten denken, en aan het verzoek van Pamela’s moeder voordat ze uit Londen vertrok; dat er toch iemand kon zijn die bevriend zou kunnen raken met haar dochter. “Deze gedachte kwam zo maar op, en ik vroeg me af of we niet bevriend zouden kunnen raken?”. Het antwoord lag in het gezicht van Pamela, dat open ging als een gordijn voor een raam. Om dit te openen had Pamela zolang haar best gedaan voordat ze uit zicht verdween de duisternis in. Beide vrouwen erkende Gods hand die hen hielp dit venster te openen.
Niet kort daarna werd Pamela christen door wat later het Leger des Heils zou worden. Het Leger des Heils maakte het mogelijk dat vrouwen konden dienen. Pamela’s leven, als een van de eerste pionieren van het Leger, is bekend als het verhaal van “de eersten”, een verhaal over lijden en over het doorbreken van traditionele regels.
Gypsy Smith was een bekende evangelist in die tijd en vertelde: “Ik hou ervan het verhaal te vertellen van mijn kleine vriendin Kate Shepherd (dochter van Pamela), in de begintijd van het Leger des Heils. Haar moeder werd gevraagd om zorg te dragen voor een taak voor Generaal Booth, de echtgenoot en vader van de meisjes zat in het gevang. En toen de moeder (Pamela) bekeerd was kreeg ze gratis inwoning en zou ze voor hem koken”
Nadat ze tien jaar voor het Leger des Heils in Londen had gewerkt, vertelde George Scott Railton, die de leiding had, dat Pamela naar Aberdare zou worden gezonden om in Wales het werk te starten. Dit vervulde haar met angst omdat ze zichzelf met haar 42 jaar te oud vond. Ze kon een beetje lezen en schrijven en kon nauwelijks nog Welsh spreken. Maar Railton stond erop dat ze zou gaan, “Jij vindt wel mensen die het schrijfwerk voor je kunnen doen, doe zoals Mr. Booth heeft gezegd ‘ga voor zielen, en verwacht het slechtste’”. Railton voegde daar aan toe “De taal van de hemel moet de sleutel zijn tot de schat van het Evangelie voor Wales”. Haar oudste dochter Kate was toen 16, de jonge Pamela 14 en Sally 4 jaar.
Pamela vatte moed en stond niet toe dat haar leeftijd, de pijnen uit het verleden, de beperkingen, haar falen en andere verantwoordelijkheden haar zouden beperken. Ze besloot de roestige sleutel te gebruiken die haar was gegeven, de sleutel van haar moedertaal. Als zelfs Pamela zich niet liet weerhouden, welke excuses hebben wij dan? In onze “professionele” tijd zou ze wellicht nooit mogen gaan. In onze zorgeloze tijd zouden velen van ons wel een excuus vinden om de risico’s die zij nam te vermijden!
Het leven werd niet eenvoudiger voor Pamela toen ze uiteindelijk arriveerde in Aberdare. Ze had moeite om bij de politie een vergunning te krijgen voor een openlucht-samenkomst op zaterdagavond. Er was nooit een vrouw geweest die een dergelijke samenkomst had geleid, en Aberdare was een plek van geweld. Behalve dan van de drie dochters had ze geen enkele hulp toen ze begon met preken.
Er ontstond een opstootje door mannen rondom Pamela die waren toegesneld en in het Welsh schreeuwde: “Duw haar naar beneden die ouwe Engelse vrouw!”. Pamela verstond het Welsh en begreep wat ze wilde doen…ze had eerder gezien hoe mensen werden vertrap en stond daar als een tijgerin op afstand.
“De mensen kwamen met honderden en duwden tegen ons op, ik was bang dat ze de kinderen zouden verwonden”. “GWRANDEWCH (luister), CHWARAE TEG (wordt even eerlijk), ik ben Welse vrouw, geboren in Talywain, ik ben in mijn eigen land en heb het recht dat er naar me geluisterd wordt! Als jullie kerels zijn, ga dan achteruit, jullie pletten mijn kinderen…jullie moeten je schamen. Schaam je mannen van Aberdare, hoe zouden jullie het vinden als jullie vrouwen, jullie moeders en jullie kleine kinderen zo verdrukt zouden worden door sterke kerels die beter zouden moeten weten! Enige van jullie zijn dronken, trekkend en duwend als varkens in een stal. En ik weet hoe dat voelt, want enige jaren was ik niet anders. Ja, ook ik was een dronkaard! Ja, ik ben niet altijd een evangeliste geweest – eerder een vechtersbaas die zelfs enige van jullie een blauw oog zou hebben bezorgd omdat jullie mijn kinderen zo verdrukte”. De mannen deinsden achteruit en hun mond viel open, het was doodstil. “God heeft me niet gezonden om jullie de les te lezen, maar omdat hij van jullie houdt. Maar jullie moeten luisteren, jullie moeten je hart openen…berouw hebben en je tot Jezus richten die voor jullie stierf, en veranderen zoals ik ben veranderd. Kom morgenavond naar de Temperance Hall, breng al je vrienden mee want er is plaats genoeg, en luister naar de boodschap van redding”.
Zij en haar dochters namen hun tamboerijnen mee en zongen “Mae ’n fy ngharu” – “Hij (Jezus) houdt van mij”. Zo liepen ze door de menigte die plaats maakte om ze te langs te laten. De volgende dag was de Temperance Hall kerk afgeladen. Nadat de samenkomst was beëindigd sprak Pamela de mensen zo toe dat ze vandaar gingen “met hartzeer, gebroken vanwege hun zonden, zodat sommigen niet konden eten of slapen, of zelfs werken, tot ze “genezing” ontvingen”.
Omdat het publiek geen “nette en keurige aanbidders” waren werd ze gevraagd om niet meer in Temperance Hall te komen, dus vertrokken ze naar een leegstaande zaagfabriek. Op die avond daar werd Aberdare overtuigd.
Een herrieschopper schreeuwde “Er is geen God, als er een God is, dood ons dan in onze stoel, ons alle drie”. De man was niet tot zinnen te brengen en ging door: “Daar sta je dan…zie je wel, er gebeurt niets!”. Zijn minachtende lach weerklonk tegen de muren. Pamela verhief nu haar stem, en het was met autoriteit en helder en luidt als een trompet: “Heiden, God laat niet met zich spotten. Ga op je knieën en bid om vergeving nu het nog kan”. “De man leek alle controle over zichzelf te zijn verloren alsof hij bezeten was door een duistere macht…het was beangstigend…De menigte slaakte een kreet. De man greep plotseling de leuning van de stoel voor hem als met een ijzeren greep. Zijn vrienden probeerde zijn handen los te krijgen, en viel plotseling op de grond. De twee mannen probeerde hem op te tillen, tot een van hen het uitschreeuwde: “hij is dood!”. Binnen enkele weken werden ook de andere twee mannen ziek en overleden. Het was een incident dat diepe indruk maakte in Aberdare, en er was geen enkele tegenstand meer voor het werk daar”.
Velen werden “genezen” – werden christen. Er werden leiders aangesteld en een sterke afdeling van het Leger des Heils werd opgericht op die plaats.
Kate
Kate Shepherd was 16 jaar toen ze in Wales aankwam. Ze was eerst erg angstig en wilde heel graag terug naar Londen, tot ze naar een nacht van gebed ging (Samenkomst van Strijd) in Merhyr, dat werd geleid door Bramwell Booth. Daar ontving zij de doop in de Heilige Geest.
Ik ontving de zegen van een rein hart, weet je wat ik bedoel, yr Ysbryd Glan [de Heilige Geest] in jullie harten….je moet Gods kracht erkennen en niets daarvan achterhouden; geen verlegenheid, geen onwil om te getuigen, dat is wat ik deed. Ik wist dat ik gered was sinds ik een klein meisje was, maar had mezelf nooit volledig overgegeven aan God”.
Op de avond dat Kate a publiek deelde wat er met haar gebeurd was kwamen er negen mensen tot geloof in Jezus. Haar ervaring in 1878 was er één die veel vrouwen ten deel viel in 1904. De doop in de Heilige Geest maakte een vrijmoedigheid wakker om te getuigen, en leidde tot overgave aan wat Gods wilde doen. Tijdens het Nieuwjaar van 1879, op haar zeventiende, ontving Kate een brief met het verzoek of ze in Rhondda kon komen werken, samen met Charlotte Bateson.
In die tijd, zo zei men, was Rhondda een van de “zwartste hellen” in Zuid Wales, “vol dronkenschap, mishandeling van vrouwen, losbandigheid, gokken, honden en hanengevechten”. De omstandigheden in de mijnen waren afgrijselijk; een constante dreiging van dood onder de grond – en – verhongering boven de grond. Lonen waren op het niveau van dertig jaar eerder.
Net voor ze vertrok naar Rhondda, kwam ze op straat een nette man tegen die zei: “Mr. Booth moest zich schamen om zo’n jong onschuldig meisje als jij naar zo’n verdorven plaats te sturen”. Ze keek hem recht in de ogen en zei “Stierf Jezus voor de slechten of de goeden?”
Gypsy Smith zei van haar:
“Toen Generaal Booth leiders zocht vroeg hij Kate om naar een buitenpost te gaan in streek van Rhondda, en hij droeg haar op om haar leeftijd niet bekend te maken. Ondanks dat ze veel ervaring had was ze nog maar een kind in die jaren, ze was niet bestudeerd maar vervuld van de Heilige Geest. De Generaal zei “Vergeet niet dat je naar een moeilijke plek gaat, en laat je leeftijd je niet beperken om bruikbaar te zijn”. Ze ging en schokte de streek in de kracht van God zodat honderden mijnwerkers tot geloof kwamen onder de bediening van dit meisje”.
Een van de eerste dingen die ze deed bij haar aankomst was: naar een mijn gaan om de omstandigheden van de mijnen te kunnen begrijpen. Haar vereenzelviging met de benarde toestand van de mijnwerkers maakte dat zij een plek kreeg in de harten, op zo’n danige wijze dat honderden tot geloof kwamen.
Ook dit was een patroon dat we terugzien in de de opwekking van 1904. Toen vrouwen de mijnen ingingen en omzagen naar hen waarop werd neergekeken door kerken; hen die niets hadden, alcoholisten, en anderen aan de rand van de samenleving.
Catherine Booth zei dat de kracht van Kate’s gebed uniek was,
“Het was niet zozeer wat ze zei, maar de wijze waarop ze het zei, “Oh Heer, ze zijn ellendig..” zoals ze gewoon was te beginnen, waarop het hart van iedere zondaar in de samenkomst dit bijna hoorbaar liet weerklinken. “U weet dat we ellendig zijn”… Waarop ze met een eenvoudig getuigenis vervolgde over Gods reddende genade, en oproep na oproep naar iedere zondaar om daar en nu te beslissen. Waarop ze vervolgde met de vraag voor de redding van iemands ziel “Will je nu niet komen? Je zult er op een dag spijt van krijgen, ja…je wilt komen!”, en haar donkere met tranen bewogen ogen zetten haar verkondiging kracht bij”.
Eerst wilde haar moeder Pamela niet dat ze naar Rhondda zou gaan, maar dat zij gelukkiger zou zijn als ze niet zo ver weg zou zijn van haar. Pamela zei dit van haar:
“Kate ging aan het werk in de streek van Rhondda, vol kracht en Heilige Geest. En hoewel ze pas zeventien jaar was, gebruikte God haar op een machtige manier, zodat haar naam bekend werd in heel Wales. Veel kerkmensen vonden haar een onwetend meisje, maar God gebruikte haar en redde duizenden zielen, ondanks haar beperkte vaardigheden.
De plaats daar werd geschud, alle kerken waren voortdurend geopend waar mensen dag en nacht baden. Het bracht zo’n beroering bij de mijnwerkers onder de grond, zodat ze zeiden dat zelfs de paarden werden bekeerd. Mr. Cory, de eigenaar van de mijn, zei dat zijn mannen meer werk verrichten dan voorheen.”
Ook de dochter van veertien, Pam, had een taak. Zij nam nu de taken van Kate waar als assistente van mams.
“Pam en ik vochten zij aan zij, ondanks dat ze nog een kind was! Maar Pam streed geweldig! Op een avond waarop zij sprak kwamen er 42 mensen naar voren om gered te worden waarvan één een predikant. Porth was een enorm mijnwerkersgebied, slechts 13 km van waar Kate werkte, zo kon ik als moeder haar in de gaten houden.
De leeftijd van Kate, het gemis aan opleiding, haar schamele bestaan of haar vrouw-zijn hebben het ontstaan van de opwekking niet in de weg gestaan. En kranten schreven over de opwekking. De publiciteit door de kranten over de redding van mijnwerkers, de rol van een jonge vrouw, en hoe de menigte zingend door de straten ging; het waren slechts voorboden van wat er in 1904 zou gaan gebeuren.
“Miss Shepherd houdt opwekkingssamenkomsten in de openbare zaal van Pentre, Ystrad. Ze is hier nu ongeveer een maand en heeft zo’n grote invloed op de locale bevolking dat een menigte aan mensen haar volgt naar de Hall tot er niemand meer bij kon, waarom diegenen dan naar Petr United Colliery School gaan waar ze het woord horen van een andere jonge vrouw, een zendelinge van Devonport, die Miss Shepherd assisteert. Op de laatste twee zondagen liepen de dames in een optocht van de openbare zaal naar het Ystrad station….Duizenden lopen mee en hun zingen heeft grote uitwerking. De dames zijn de reden dat honderden van allerminsten uit de samenleving het Evangelie horen. Deze mensen waren eenvoudigweg buiten het bereik van predikanten. Er zijn hier zeker 500 bekeerden, en als ze zich bekeren zegt ze hen, die niet gewend waren om naar een plaats van aanbidding te gaan, om te gaan waar ze maar naartoe geleid worden waarbij het niet uitmaakt naar welke kerk ze gaan. Wat een geweldige omkeer heeft hier plaatsgevonden, in plaats van dronkenschap en vechtpartijen, vloeken en zweren…. gaat het nu over: “Wie van jullie was bij de samenkomst afgelopen avond, en hoeveel hebben zich bekeerd?”
Kate moedigde mensen aan gered te worden, zelfs al maakte ze geen deel uit van een kerk. Dat was niet in lijn met het idee dat heerste, dat de kerk alleen verantwoordelijk was voor degene die eerder deel uitmaakte van die kerk. Ze werkte aan nieuwe doelstellingen en een nieuwe eenheid om samen te werken aan de oogst.
De vrouw die het in Pentre overnam van Kate was Louisa Lock, ze was 18 jaar. Zij werd de eerste vrouwelijk medewerker van het Leger des Heils die gevangen werd gezet, en ze werd de eerste martelaar in Wales. Ze werd drie dagen gevangen gezet omdat ze met vier anderen had geknield om te bidden op Bridgend Square. Ze stierf op 20 jarige leeftijd vanwege een ziekte die ze opliep in de gevangenis. Ze wordt beschouwd als martelaar “In God’s strijd tegen onrecht op de geestelijke slagvelden van de zuidelijke streken van Wales”.
Tot zover de geschiedenis van Pamela Shepherd.
En dit was slechts het begin van een geweldige opwekking die begon met de ontevredenheid over het flauwe kerkleven, ontevredenheid over eigen lauw geestelijk leven en het wakker worden van besef van zonden dat men begon op te ruimen. Evan Roberts, uit Loughor, wordt vaak als spil gezien van de opwekking van Wales, maar de werkelijkheid is dat hij werd geconfronteerd met een opwekking tijdens zijn studietijd. Daar waren het jonge vrouwen die hem deden beseffen wat hij miste als gelovige jonge man. Evan schreef aan zijn jongere zus Mary het volgende hierover:
De samenkomst van afgelopen donderdag in Blaenannerch was de meest verschrikkelijke en tegelijk fijnste dag van mijn leven. De jonge vrouwen van Newquay waren daar – ongeveer dertig. En oh! Ik wil wel dat zo’n Geest op de jonge vrouwen van Loughor viel. Dan zouden ze niet meer over lichtzinnige dingen praten in de kerk, en hun lege aardse verlangens zouden verdwijnen. Mary, wil jij niet alsjeblieft bidden voor deze Geest. Sommigen van deze jonge vrouwen waren eerder zo roekeloos. Ze lazen romannetjes, flirten en lazen nooit in hun Bijbel. Maar nu…wat een geweldige verandering. Werkelijk, dit is een goddelijke verandering… Ze zijn serieus, eenvoudig, nergens waar ze zich zorgen over maken. Zou jij zo ook niet willen bidden in Pisgah? Jij met Alice, Sarah en Miss Jordan. Wandelend met een lied, Bijbellezend en biddend zoals je nog nooit iemand hebt horen bidden, zonder angst. Maar eerst moet je beseffen dat je een verloren zondaar bent, en dan beseffen dat Jezus voor je stierf, en als laatste dat je de doop van de Heilige Geest moet ontvangen – en dan aan het werk!
Jouw echte en geliefde broer, Evan John Roberts
Afscheid van Mother Pamela Shepherd (94)
De straten waren afgelopen, en overal waren gordijnen gesloten toen de rouwstoet naar de begraafplaats bewoog, voorgegaan door de fanfare die de hele route muziek maakte. Kinderen hadden vrij van school en waren gekleed in traditionele klederdracht van St. Davids day. Ze vormden een kleurrijk geheel op de drukke route naar de begraafplaats, langs het park waar ze openlijk van haar geloof getuigde. De fanfare speelde het ene indrukwekkende gezang na de ander; zowel in Welsh als Engels. Heel Aberdare was aanwezig voor de “uitvaart van een prinses”, zo omschreef een krant het.
De huilende harten van mannen en vrouwen om de vele verloren zielen raakte mij bij het lezen over de opwekkingen in Engeland en Wales. Maar wat mij als man het meeste raakte, is dat mannen als John Wesley, William Booth en Evan Roberts zo wijs waren om te erkennen dat de Heilige Geest evenzeer vrouwen gebruikt voor elke taak waarvoor de gemeente van Jezus bestaat.
Wat als de Heilige Geest ongehinderd toch zijn werk kan doen en levens zichzelf geven om Hem het werk te laten doen!